Nu de Weense Bruegeltentoonstelling nog eens bevestigd heeft dat de schilderijen van Pieter Bruegel de Oude door één hand geschilderd zijn en er geen sprake blijkt te zijn van een atelier, is de volgende vraag nog pregnanter dan voorheen te stellen: op welke manier overleefde de Bruegeliaanse stijl en beeldtaal de jaren ‘70, ‘80 en ‘90 tot het moment dat zijn zoons Jan en Pieter kopieën, replieken en varianten begonnen te maken?
Deze lezing beoogde een aanzet te geven voor verder onderzoek naar dit complexe en goeddeels onontgonnen terrein.
Met de steun van het Fonds Baillet Latour.