Overige elementen in het derde salon

Het derde salon heeft nog enkele details in petto...

Monogram

Tijdens zijn leven worden twee feestelijke huldes georganiseerd ter ere van Rooses: een eerste in 1892 en een tweede in 1912, telkens bij een benoeming in de Leopoldsorde. Daarnaast vinden nog enkele kleinere huldes plaats. Archiefstukken hieromtrent worden bewaard in het Letterenhuis. Op het huldeboek dat Rooses in 1914 ontvangt (of nog had moeten ontvangen) van het personeel van Museum Plantin-Moretus bij zijn aftreden als conservator komen de initialen ‘MR’ voor, net als op de schouw in dit salon (zie foto bovenaan).

In de rubriek 'receptie' in het Roosesarchief in het Letterenhuis lees je meer over deze huldes.

Plafondcassettes

Net als in de twee voorgaande salons, zijn ook in dit plafond cassettes uitgewerkt. Daarin komen groteske figuren voor, met schilden en andere decoraties. Er lijken telkens drie figuren herhaald te worden. Lode Declercq meent dat deze ‘kleurrijke trofeeën’ verwijzen naar de gilden en ambachten.*

Hotel Max Rooses - salon 3 (plafond - detail)

Dit onderwerp brengt ons bij de wijk “Oud-Antwerpen” op de Wereldtentoonstelling van 1894 en gelijkaardige historische evocaties. Rooses organiseert deze reconstructie van het 16de-eeuwse stadscentrum samen met onder meer kunstenaar en schepen Frans Van Kuyck. Dit re-enactment toont het dagelijkse leven in het historisch Antwerpen, met o.a. de toenmalige winkels en ambachtsmannen. Rooses is hier niet aan zijn proefstuk toe. Twee jaar voordien was hij ook reeds medeorganisator van de praalstoel het Landjuweel. En vele jaren voordien, in 1876, was hij betrokken bij de organisatie van de historische stoet ter gelegenheid van de 300ste verjaardag van de Pacificatie van Gent. Ook bij de organisatie van vele andere evenementen is Rooses betrokken, zo getuigt zijn archief. Zo zal hij in 1910 ook de replica van het Rubenshuis op de Wereldtentoonstelling in Brussel mee vorm geven.

Meer hierover in de rubriek 'Evenementen en congressen' in de archiefbeschrijving in het Letterenhuis.

Koepel

In dit derde salon werd ten slotte een koepel aangebracht, waardoor de ruimte enorm verlicht wordt. In de rand van de houten basis van de constructie werd een tekst aangebracht:

“EERT DE ZON DE WELDADIGE DIE IN HET DROEVE DUISTER LICHT EN LACHENDE KLEUREN BRENGT

EERT DE KUNST DE GENADIGE DIE DER SCHOONHEID LUISTER IN HET NEVELIG LEVEN MENGT."

Voor wie het werk van Rooses kent, valt het woord ‘nevelig’ hier meteen op. Het Nevelingenlied (origineel: Nibelungenlied) is namelijk een van Rooses’ zogenaamde stokpaardjes. Rooses publiceert erover van 1866 tot 1873. In 1895 volgt nog een volledige vertaling in de reeks 'Bibliotheek van Nederlandsche letteren'. Dit kadert in het literair werk van Rooses (zie ook de pagina 'Plafondcassettes' in salon 1) en de rubriek 'literair werk' in het Letterenhuisarchief.

Hotel Max Rooses - salon 3 (koepel - tekst)

* ‘Max Rooses als inspirator van de Neo-Vlaamse Renaissance’, in: Bulletin Antwerpse Vereniging voor Bouwhistorie en Geschiedenis nr. 2, 1990, p. 42.