Deze lezing handelt over de verschillen die men kan opmerken inzake de aemulatio van Rubens' oeuvre door Rembrandt en door Watteau. Rembrandt is gefascineerd door Rubens' weergave van drama en geweldpleging en door diens keuze van het uit te beelden moment binnen een mythologisch of bijbels verhaal. Rembrandt gaat evenwel bewust de competitie aan door dezelfde onderwerpen empathischer te benaderen. Van zijn kant verfijnt Watteau Rubens' prototypes door ze in een eigen irreële droomwereld op te nemen.