Stadswapen Antwerpen

De laatste details in deze ruimte verwijzen naar de realisatie van de interieurs én naar Rooses' werkgever.

Stad Antwerpen

Tegenover de schouw in het eerste salon prijkt het Antwerpse stadswapen. Van 1876 t.e.m. 1914 is Rooses dan ook als stadsambtenaar, en meer specifiek als conservator van het Museum Plantin-Moretus, in dienst. Vanuit deze functie is hij nog bij talrijke andere initiatieven betrokken. Meer daarover kan je lezen op de pagina 'Plafondcassettes' in salon 1 (Rubenscommissies) en de pagina 'Labore et Constantia'. Tijdens zijn hulde in 1912 verklaart Rooses:

“Dit geluk heb ik voor een groot deel aan u, mijne heeren, aan het magistraat van Antwerpen te danken. Gij hebt mij in de mogelijkheid gesteld op treffende wijze den roem en de grootheid mijner geboortestad te doen uitkomen.”*

Hotel Max Rooses

Een ander detail in deze ruimte is de signatuur van Gustave-François den Duyts op de lambrisering boven het Antwerpse stadswapen: 'GVST. DEN DUYTS INV, 1882'. Boven de deur naar het volgende salon komt een bijkomende datum voor: ‘anno 1879’. Den Duyts was verantwoordelijk voor de aankleding van de interieurs van Rooses’ woning. De eerder genoemde artikels ‘Max Rooses als inspirator van de Neo-Vlaamse Renaissance’ en 'Zes Reynaertschilderingen in het huis van Max Rooses' bieden veel interessante informatie aan omtrent het ontwerp en de totstandkoming ervan.

Lode Declercq vermoedt dat Rooses’ woning ontworpen werd door Pieter Jan August Dens. Rik van Daele vertelt dat Dens als stadsbouwmeester betrokken was bij de restauratie van het Museum Plantin-Moretus.

“In het Plantin-Moretusmuseum was hij actief van 1876 tot 1882. Het was tegelijk met deze restauratie dat hij ook voor Rooses een opdracht uitvoerde.”**

Terecht vermeldt van Daele ook:

“Het is een gelukkig toeval dat de drie salons tot op de dag van vandaag in goede staat zijn gebleven. Dit is te danken aan de huidige eigenaars, die het gebouw in de vroege jaren 1990 kochten (...) en die de salons volledig hebben bewaard en gerestaureerd. Het huis stond daarvoor een tiental jaren leeg. Daarvoor werd het als een kleuterschooltje van de stad Antwerpen gebruikt.”

Het zijn ook dezelfde eigenaars die tijdens het Roosesproject 2020-2021 hun medewerking verleenden om foto’s te nemen van het interieur en deze op te nemen in deze webtentoonstelling. De volledige reeks foto’s kan je hier bekijken.  

In het artikel van van Daele wordt het ontwerp van Den Duyts uitvoerig besproken. Vermoedelijk ontwierp hij niet enkel dit eerste salon, maar speelde hij ook een rol in de twee aansluitende salons en mogelijk in andere kamers zoals de werkkamer/bibliotheek. In 1891 was hij namelijk nog steeds bezig met de uitvoering van het interieur. In het Letterenhuis worden brieven en schetsjes (vermoedelijk voor het tweedes salon) hieromtrent bewaard.

Lode Declercq wijst op een ander mooi element, dat in de gevel geïntegreerd werd:

“Een zeer persoonlijk aspect vormen de ankers die werden gesmeed als gebundelde roosjes. Met deze emblematische allusie op zijn eigen naam stelde Rooses zich in de traditie van bv. de door hem bestudeerde en geroemde 16de-eeuwse drukkersmerken zoals die van Roelant van den Dorpe en Govaert Back.” En verder: "Dit thema vinden we opnieuw terug in het glas-in-lood op het eind van de gang.”***

Wie goed kijkt vindt nog meer van dergelijke knipoogjes terug in het interieur, tot in de deurklinken...

Hotel Max Rooses - salon 1 (deurklink)

* Huldebetoon aan dr. Max Rooses: Vlaamsch muziekfeest op zondag 19 mei 1912 [programma], p. 12.
** Dit citaat en het volgende: 'Zes Reynaertschilderingen in het huis van Max Rooses', in: Tiecelijn, jaarboek 5, jg. 25, p. 118 en de bijhorende noot 29.
*** ‘Max Rooses als inspirator van de Neo-Vlaamse Renaissance’, in: Bulletin Antwerpse Vereniging voor Bouwhistorie en Geschiedenis nr. 2,1990, p. 40.